Het Dolpo gebied staat bekend om zijn hoge passen en zeldzame fauna en flora. Het grenst in het noorden aan Tibet, en het Tibetaanse cultureel erfgoed is dan ook zichtbaar aanwezig is. Ten zuiden van de Dolpo ligt de streek van de Dhaulagiri.
Deze omgeving werd pas in 1991 geopend voor trekking en het lijkt dan ook of de tijd hier heeft stilgestaan.

Omdat het gebied in het noorden van de Himalaya gelegen is, in de zogenaamde ‘regenschaduw’, is hier trekking tijdens het regenseizoen perfect mogelijk. De klimaatsituatie is hier namelijk dezelfde als in het Mustang-gebied. De winters daarentegen zijn meestal streng en zwaar.

Het ruige en woeste landschap, de hoge bergpassen met kleurrijke hellingen, zijn verbluffend mooi maar stellen ook hoge eisen aan de trekkers. Een goede conditie is nodig voor een trekking in deze streek waar u zal genieten van de uitzonderlijke schoonheid van de natuur.

Het afgelegen Dolpo gebied (restricted area) in West Nepal is bereikbaar via 2 binnenlandse vluchten, zowel vóór als na de trek. Een tweede optie is één binnenlandse vlucht gecombineerd met een lange busrit (18 uur).

Shey Phoksundo is de korte, lichtere variant van de Dolpo trek.

In het Dolpo gebied is het nodig om tenten, alle voeding en brandstof zelf mee te nemen, behalve bij Shey Phoksundo.

Upper Dolpo kan van maart tem begin november. Lower Dolpo kan in het voor- en najaar : maart-mei en sep-nov.
Omwille van onregelmatige vluchten, rekent u voldoende extra dagen voor en na uw trek.